Ik gebruik niet dikwijls een uitroepteken. Deze keer bewust wél. Want ze blijven nazinderen: de duizenden uitnodigingen die een grote regeringspartij verstuurde voor een dagje pretpark. Niet omwille van mijn aversie voor pretparken. Wel omdat die uitnodigingen verstuurd werden op naam van de juniors van het gezin.

Even recapituleren: waarover gaat het precies?

Maakt de partij budget vrij om kansarme kinderen te trakteren op een onvergetelijke ervaring? Om kinderen die het om een of andere reden thuis moeilijk hebben, te laten genieten van een dagje onbezorgde pret?

Zou mooi zijn. Maar helaas. De boodschap van deze uitnodiging blijkt van een heel andere aard.

De hoogstpersoonlijk geadresseerde zesjarigen (!) worden verleid voor een dagje te midden van hun favoriete Studio 100-figuren. Maar die bewuste dag kleurt het pretpark niet alle kleuren van de regenboog. Die dag is er enkel plaats voor een oranje getinte agenda.

Hm.

Als je het zo stelt, lijkt dat niet verdacht veel op – ik zoek het juiste woord – manipulatie? Kinderen gebruiken – of mag ik zeggen: misbruiken? – om politieke doelstellingen te realiseren? Heel wat mama’s en papa’s reageren dan ook heftig. En terecht.

Kindermarketing

Consumentenpsychologen hebben aan deze actie een vette kluif. (Kinder)marketeers lachen in hun vuistje. Want het lijkt erop dat zij op het vlak van integriteit blijkbaar nog wat kunnen leren aan de dames en heren van de politiek.

Ik ken bijvoorbeeld een Italiaanse brand, bij kinderen (en mama!) ontzettend populair aan de ontbijttafel, die weigert haar communicatie rechtstreeks te voeren met haar jonge target group. Het merk gaat er prat op zich altijd te richten naar de ouders die de commerciële berichten naar waarde kunnen inschatten.

Maar ja. Dat is dan ook een Italiaanse onderneming. En het is algemeen geweten hoe kindvriendelijk Italianen zijn. Wat misschien meteen ook iets zegt over onze bloedeigen politici?

De wet is de wet

Want die eerste reactie van de politieke partij: die doet nog meer steigeren.

‘De adressen zijn op een wettelijke manier verkregen.’

Op een wettelijke manier verkregen? Echt? Is dat het beste wat je hebt? Wij leren onze kinderen net voorzichtig om te gaan met hun persoonlijke gegevens. Zeker met alle online mogelijkheden en gevaren. Maar dan blijkt dat niet alleen hun adres, maar ook persoonlijke info zomaar commercieel te grabbel worden gegooid. En dat van alle mensen uitgerekend politici daar gretig gebruik van maken!

Ik vraag het me af. Zijn dit nu onze politieke leiders, die een voorbeeldfunctie hebben voor de bevolking? Zijn dit de beleidsvoerders die wetten invoeren ter bescherming van onze kwetsbare kleinsten? Zijn dit onze verkozenen die de best mogelijke toekomst uitbouwen voor de volgende generaties?

De wet is de wet.

Het zal wel ja. Maar als dit de manier is waarop we omgaan met de privacy van onze jongsten, lijkt het me hoog tijd dat die wet onder de loep genomen wordt. En dat onze beleidsvoerders deze keer niet blijven hangen in theoretische blah blah, maar een regel vastleggen die er écht toe doet.

Want om een coherente samenleving te realiseren waar respect en vertrouwen ‘regeren’, is heel wat meer nodig dan een set van regeltjes die op de meest creatieve manieren gebruikt of geïnterpreteerd worden. En nee, ‘creatief’ bedoel ik hier nu eens één keer niet in de positieve zin.

Doe het in stijl

Ik kan het me zo voorstellen. Het marketingteam van de partij dat brainstormt over de beste manier om zoveel mogelijk impact te realiseren met hun campagne. Het glunderende gezicht van de partijmarketeer die dit winnende idee op tafel gooide. De glorie moet onbeschrijfelijk zijn geweest.

En je moet het ze nageven. De impact-doelstelling hebben ze al gerealiseerd.

Nu komt echter de moeilijkste job. Alle harten terugwinnen die ze met deze actie aliëneerden. Succes daarmee in elk geval!

Maar waarschijnlijk gaat dit verhaal (weer) aflopen met een sisser. In het uiterste geval met een korte officiële mededeling dat de partij een inschattingsfout maakte.

Een inschattingsfout.

Misschien is dat ook hetgeen de ‘fans’ van de partij overkwam toen ze een tijd geleden met een rode stip oranje als hun lievelingskleur markeerden. Toen ze dachten dat deze mensen wel in staat zouden zijn iets te maken van onze samenleving.

Ongelofelijk toch, die discrepantie tussen de ‘politieke’ regels en de normen van het ‘gewone’ volk. Alsof de dames en heren politici het begrip gezond verstand niet kennen. Alsof we écht in verschillende werelden leven. Zou er dan toch iets waar zijn van die ivoren toren?

Weet je, ik heb ook een set van regels en normen waarnaar ik leef.
Hier is mijn ‘wet’.

Alles wat je doet, doe je in stijl. Of je doet het gewoon niet.

Handen af dus van onze kinderen.

Deze column verscheen op 7 mei in De Morgen online onder de titel ‘Zijn dit de beleidsvoerders die wetten invoeren ter bescherming van onze kwetsbare kleinsten?’.